Aanpassing handelingen medische beeldvorming

Dertig jaar geleden was beeldvorming beperkt tot radiologie of een echografie bij zwangere vrouwen. Grote ziekenhuizen hadden een CT-scan. Sindsdien maakte de geneeskunde grote sprongen vooruit: NMR, acute echografie door verpleegkundigen, 3D-beeldvorming, enzovoort. 

Op de diensten medische beeldvorming werken ook steeds technici. Ze werden in 2009 erkend als paramedisch beroep: technoloog medische beeldvorming. Door die recente benoeming beschikken ze dus over een nieuwer KB die de toegelaten handelingen duidt. In 2017 werd dit KB zelfs nog geactualiseerd. 

Verpleegkundigen moesten het die hele tijd doen dat ene zinnetje: bediening van toestellen voor medische beeldvorming. Maar dat begon juridisch wel voor problemen te zorgen. Handelingen die op de lijst van een medisch beroep staan, mogen enkel worden uitgevoerd door een ander beroep als ze ook op de lijst van het eigen beroep staan. Tijd dus om de verpleegkundige handelingen aan te passen.

Die aanpassing moet er niet enkel komen voor de nieuwe technieken, maar ook voor wat verpleegkundigen en technici met de beeldvorming doen. Ze bewaren en bewerken de beelden (PACS), er is software aan verbonden, kwaliteitsbewaking, enzovoort. Om die reden heeft de Technische Commissie voor Verpleegkunde aan de minister van Volksgezondheid voorgesteld om de verpleegkundige taken op de diensten medische beeldvorming af te stemmen op die voor technici. Nu is het wachten tot wanneer de minister het officieel inschrijft in de wetgeving.

In de praktijk verandert er niets aan de werking of erkenning van verpleegkundigen op de diensten medische beeldvorming. Nu zal enkel de wet aangepast worden naar handelingen die ze al iedere dag uitvoeren.