Nieuws NETWERK VERPLEEGKUNDE
Terug

Pionier van de verpleegkunde

Zuster Jules-Marie Heymans

Op 25 mei 2024 werd de herdenkingsplaat voor ‘de school van zuster Jules-Marie’ ingehuldigd op de Kapucijnenvoer in Leuven, alsook het naambord van de Zuster Jules-Marie Heymansstraat schuin tegenover haar voormalige school. Beide borden zijn een eerbetoon aan de pionier van de verpleegkunde in België. We nemen je graag mee in haar inspirerende verhaal.

Op 3 juli 1897 werd Maria Bertha Augusta Heymans geboren in Gent. Het gezin Heymans telde zes zonen en twee dochters. Vader Jan Frans was hoogleraar farmacologie aan de Gentse universiteit en werd er in 1923 de eerste rector van de tweetalige universiteit. Ook haar oudere broers Corneel en Paul werden hoogleraar in Gent. Corneel volgde zijn vader op als hoogleraar farmacologie en ontving in 1938 de Nobelprijs voor Geneeskunde. Paul werd hoogleraar aan de faculteit Wetenschappen en was in 1938 -1939 minister van Economische Zaken, Middenstand en Landbouw. De jonge Maria groeide dus op in een bevoorrecht intellectueel milieu.

Opleiding tot verpleegster

Maria Heymans volgde lager en middelbaar onderwijs in het Onze-Lieve-Vrouw-ten-Doorninstituut in Eeklo, een prestigieuze meisjesschool van de Zusters van Liefde van Jezus en Maria. Van jongs af aan was het haar wens om in te treden bij deze Gentse congregatie omdat ze langs deze weg in de verpleging terecht wilde komen. Haar keuze was niet verwonderlijk, want de zusters speelden al sinds het begin van de negentiende eeuw een toonaangevende rol in de gezondheidszorg. Na haar middelbare studies volgde Maria daarom de eenjarige cursus ter voorbereiding op het diploma van ziekenverpleegster bij de zusters in Gent. Ze slaagde in september 1917 met grote onderscheiding voor dat examen. 
Studentenfiche over de drie doctoraatsjaren geneeskunde van zuster Jules-Marie aan de Leuvense universiteit (Universiteitsarchief KU Leuven)
Studentenfiche over de drie doctoraatsjaren geneeskunde van zuster Jules-Marie aan de Leuvense universiteit (Universiteitsarchief KU Leuven)

Eerste afgestudeerde vrouwelijke arts in Leuven

Na het behalen van haar verpleegstersdiploma stimuleerde vader Heymans zijn dochter om geneeskunde te studeren. Zoals toen gebruikelijk was, volgde ze aan de Gentse universiteit eerst de twee kandidaturen natuurwetenschappen en aansluitend de kandidaturen geneeskunde. Ze slaagde opnieuw met grote onderscheiding. Ondertussen was ze begin 1922 ingetreden bij de Zusters van Liefde in Gent. Op de eerste dag van haar noviciaat kreeg ze de kloosternaam Jules-Marie, een eerbetoon aan haar twee jaar eerder overleden broer Jules.

Haar vader verzette zich eerst tegen haar intrede bij de zusters, maar gaf uiteindelijk toe op voorwaarde dat ze nadien mocht verder studeren. Dat was ook in het belang van de congregatie omdat ze zo na haar universitaire studies kon worden ingezet voor onderwijs- en/of beheerstaken. Een cruciale keuze voor haar verdere loopbaan, want daardoor werd ze meteen in positie gebracht om later een leidinggevende functie op te nemen.
De pluralistische rijksuniversiteit van Gent was voor de congregatie niet aanvaardbaar. Daarom vervolgde zuster Jules-Marie vanaf 1923 haar studies aan de katholieke universiteit van Leuven, die sinds drie jaar ook meisjesstudenten toeliet. Tijdens haar drie doctoraatsjaren geneeskunde behaalde zuster Jules-Marie telkens grote onderscheiding. In 1926 studeerde ze af als een van de drie eerste vrouwelijke artsen en als eerste religieuze die aan de Leuvense universiteit de studies geneeskunde voltooide.
Foto 2: Zuster Jules-Marie met de lekenleerlingen van de Sint-Vincentiusverpleegsterschool in Gent in 1939 (Erfgoedhuis Zusters van Liefde)
Zuster Jules-Marie met de lekenleerlingen van de Sint-Vincentiusverpleegsterschool in Gent in 1939 (Erfgoedhuis Zusters van Liefde)

Professionele engagementen
Na haar studies en intrede bij de Zusters van Liefde werkte zuster Jules-Marie nooit als arts of verpleegkundige. In die tijd werd aan zusters niet gevraagd naar hun voorkeur, maar kregen ze vanuit de congregatie een taak opgelegd. Na haar afstuderen als arts in Leuven werd ze aangesteld als directrice van het Sint-Vincentiusziekenhuis en van de daaraan verbonden verpleegstersschool van de congregatie in Gent. Beide functies vervulde ze tot 1939.
Het jaar voordien werd zuster Jules-Marie ook secretaris van het Verbond der Verzorgingsinstellingen (VVI, vandaag Zorgnet-Icuro). Dat was in de schoot van Caritas Catholica, opgericht door de Belgische bisschoppen om katholieke verzorgingsinstellingen en kloostergemeenschappen te vertegenwoordigen en te verdedigen. Ze was er medeverantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het verbond, bepaalde de algemene politiek ervan en vertegenwoordigde het in verschillende nationale organen en commissies. Ze zette zich ook in voor de promotie van het verpleegkundig beroep door te ijveren voor een betere opleiding. Ze bleef tot 1966 secretaris van het VVI.

Directrice voortgezette opleiding voor verpleegsters in Leuven
Op het einde van de jaren dertig vonden de Belgische bisschoppen het nodig om een aanvullende hogere opleiding voor katholieke verpleegsters te organiseren. Het doel was om de bestaande driejarige opleiding te vervolmaken, zowel in Leuven waar de Zusters van Liefde in 1928 de verpleegstersschool hadden overgenomen, maar ook elders, want op dat ogenblik waren er in België nog 26 andere katholieke verpleegstersscholen. 
Lesgevers in die scholen hadden geen pedagogische scholing genoten en ook het kaderpersoneel in ziekenhuizen miste de nodige vorming. Het idee om een tweejarige opleiding te organiseren die hieraan tegemoetkwam, getuigde van een duidelijk besef van de noden op dat vlak. Zuster Jules-Marie werd naar voren geschoven als directrice van de op te richten school. Dat gebeurde ongetwijfeld omwille van haar ervaring met een dergelijke functie in de verpleegstersschool van Gent. 
Zuster Jules-Marie
Een advertentie voor ‘de school van zuster Jules-Marie’ in Leuven na de naamswijziging in 1949 (KADOC-KU Leuven)

‘De school van zuster Jules-Marie’
De Universitaire Normaalschool voor Verpleegsters-Monitrices, vanaf 1949 Hogere School voor Verpleegsters-Monitrices, opende in oktober 1939 haar deuren op de Kapucijnenvoer in Leuven. Je kon er de eerste voortgezette opleiding voor verpleegkundigen in België volgen, een van de eerste van dergelijke opleidingen op het Europese vasteland. De opening volgde een half jaar na de vraag van het episcopaat, een opmerkelijke prestatie. Zuster Jules-Marie werd officieel aangesteld als directrice en bleef dat tot 1964. De school groeide uit tot haar levenswerk. Niet voor niets werd gesproken over ‘de school van zuster Jules-Marie’. 
Het programma van de opleiding bevatte niet alleen cursussen die specifiek betrekking hadden op het beroep van verpleegster, maar ook algemene, wetenschappelijke en pedagogische vakken. Vanaf de opening gaf zuster Jules-Marie meerdere cursussen in de Nederlands- en de Franstalige afdeling: Plichtenleer in het eerste jaar, Speciale plichtenleer en Statuut en inrichting der verpleegstersscholen in het tweede jaar. Daarnaast gaf ze didactische oefeningen. Later doceerde ze ook nog de cursus Algemene methodenleer in het eerste jaar van beide afdelingen.

In totaal volgden 376 studenten de opleiding. Het hoogste aantal inschrijvingen situeerde zich tussen 1955 en 1961. In die periode stond de hervorming van het verpleegkundig onderwijs in de kijker, wat extra aandacht voor de opleiding genereerde. De goede naam die de school ondertussen had verworven, gecombineerd met het feit dat de opleiding nog steeds de enige in haar soort was, creëerde een blijvende aantrekkingskracht. Ook de profilering tegenover de Brusselse universiteit, die er in 1957 aan dacht om met een soortgelijke A1-opleiding te starten, speelde in katholieke kringen een rol. 
Klaslokaal Jules Marie
Een klaslokaal van ‘de school van zuster Jules-Marie’ in Leuven (Erfgoedhuis Zusters van Liefde)

Vooral religieuzen als studenten
Op uitzondering van het laatste jaar waren de meeste studenten steeds religieuzen. Ze behoorden tot 51 verschillende congregaties. Daarbij waren het niet de Zusters van Liefde (53 studenten) die het meest vertegenwoordigd waren, maar de Gasthuiszusters-Augustinessen, waarvan verschillende kloostergemeenschappen hun zusters naar Leuven stuurden (56 studenten). Ook de Zusters Norbertienen stuurden veel van hun zusters van het Convent van Bethlehem in Duffel naar de opleiding (33 studenten). Deze hoge aantallen waren niet verwonderlijk, want beide congregaties hadden ook ziekenhuizen en verpleegstersscholen. De meeste studenten waren tussen 26 en 32 jaar oud, wat aangeeft dat velen al een zekere beroepservaring hadden toen ze de opleiding volgden. Er kwamen 38 studenten uit het buitenland, waarvan er 15 de Nederlandse nationaliteit hadden. Dit is te verklaren doordat in Nederland geen vergelijkbare opleiding bestond. 

Op 23 mei 1964 werd het vijfentwintigjarig bestaan van de school gevierd. Tijdens deze herdenking werd hulde gebracht aan zuster Jules-Marie. Tegelijkertijd betekende deze viering ook het einde van de school, want de Leuvense rector kondigde de beslissing van de universiteit aan om de school te integreren in het enkele jaren eerder opgerichte Centrum voor Ziekenhuiswetenschappen. Zo konden voortaan universitaire diploma’s worden uitgereikt aan A1-gediplomeerde verpleegsters. De rector noemde dat een beloning en bekroning voor de jarenlange inzet van zuster Jules-Marie. Onder haar impuls was ‘de school van zuster Jules-Marie’ in vijfentwintig jaar uitgegroeid tot een modelschool op academisch niveau, ook al was ze al die jaren geen universitaire opleiding in de letterlijke betekenis van het woord.

Lector aan de universiteit
Vanaf het academiejaar 1964-1965 werd zuster Jules-Marie – die in 1961 als een van de eerste vrouwelijke lectoren aan de Leuvense universiteit was benoemd – in het Centrum voor Ziekenhuiswetenschappen directrice van het voorbereidend jaar tot de licentie in de medisch-sociale wetenschappen en het ziekenhuisbeleid. Daarin gaf ze drie cursussen in zowel de Nederlands- als de Franstalige afdeling: Algemene en toegepaste methodologie, Organisatie en wetgeving van verplegings- en paramedische scholen en Aanvullingen van verplegingstechnieken. Ze werd ook verantwoordelijk voor de seminaries, stages en studiereizen. In de Franstalige afdeling van de licentie ging ze twee cursussen doceren: Beheer, bestuur en organisatie van administratieve diensten in het ziekenhuis en Vergelijkende studie van de opleiding tot de verpleegkunde. Haar aanstelling als directrice van het voorbereidend jaar en als lector in de licenties was een herhaalde blijk van waardering van de universiteit. Ze bleef directrice van het voorbereidend jaar en lector in de licenties tot 1967, toen ze emerita werd.
Jules-Marie Heymans
Zuster Jules-Marie tijdens haar vrijwilligersperiode op het secretariaat van het NVKVV (Erfgoedhuis Zusters van Liefde)

Vrijwilligster bij het NVKVV
Na haar emeritaat vroeg en kreeg zuster Jules-Marie van haar congregatie de toestemming om vrijwilligerswerk te gaan doen op het secretariaat van het NVKVV (vandaag NETWERK VERPLEEGKUNDE), de beroepsorganisatie waarvan ze jarenlang technisch-pedagogisch raadgeefster was geweest. Op die wijze kon ze zich nog inzetten voor de verpleegkundigen en bleef ze contact houden met het werkveld. Tot 1985 – toen ze van de Kapucijnenvoer in Leuven verhuisde naar de infirmerie van de Zusters van de Liefde in Salve Mater in Lovenjoel – bleef zuster Jules-Marie als vrijwilligster actief bij het NVKVV. Ze overleed in het Heilig Hartziekenhuis in Leuven op 31 maart 1986.

‘Een moreel en deskundig gezag’
Zuster Jules-Marie Heymans speelde in de twintigste eeuw een pioniersrol in de ontwikkeling van de verpleegkunde in België. Hoewel ze zelf nooit als verpleegkundige actief was, slaagde ze erin het beroep naar een hoger niveau te tillen. Toen ze in 1917 haar verpleegstersdiploma behaalde, bestonden er in België amper opleidingen en had het beroep weinig aanzien. Toen ze vijftig jaar later afscheid nam van haar actieve beroepsleven, was het mogelijk geworden om als verpleegkundige een diploma op licentiaatsniveau te behalen en stonden verpleegkundigen op het punt om via een eigen statuut de uitoefening van de verpleegkunde wettelijk te laten beschermen. In die tussenliggende periode had ze een vaak doorslaggevende bijdrage aan die opmerkelijke evolutie geleverd. 

Vooral de school voor verpleegsters-monitrices in Leuven vormde daarbij een mijlpaal, door de belangrijke rol die ze speelde in de professionalisering van de katholieke gezondheidszorg. Het was tegelijkertijd een plaats waar de katholieke traditie van zorg werd doorgegeven aan een nieuwe generatie lekenverpleegkundigen. Ook als voorzitster of lid van talrijke organisaties, raden en commissies was zuster Jules-Marie steeds een pleitbezorgster voor de verpleegkundigen. 
Anita De Smet, een collega in de Hoge Raad van het Verplegingswezen, vatte haar impact als volgt samen: “Zuster Jules-Marie was verpleegster in hart en nieren, maar had nadien ook geneeskunde gestudeerd. Haar beide opleidingen gaven haar een moreel én een deskundig gezag. Toch herkende ik haar vooral als verpleegster, haar eerste roeping die ze altijd bleef uitdragen.”

Over de auteur
Luc De Munck is als historicus verbonden aan de onderzoeksgroep Cultuurgeschiedenis vanaf 1750 van de KU Leuven. Hij schreef een boek over het leven en werk van zuster Jules-Marie: Altijd de eerste. Zusters Jules-Marie Heymans (1897-1986). Pionier van de verpleegkunde in België (Lubbeek, De Boekenmaker, 2024, 24,99 €). 
Cover boek Jules-Marie