Nieuws NETWERK VERPLEEGKUNDE
Terug

Wil je meer lezen?

Om dit artikel te lezen heeft u niet voldoende rechten.
Log in met uw account of word lid van NVKVV.

Zorg voor kinderen: minder in het ziekenhuis en meer thuis?

Rapport van het KCE

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) werd gevraagd de organisatie en financiering van zorg voor kinderen in Belgische ziekenhuizen te analyseren en na te gaan in welke mate en op welke wijze transmurale zorg ziekenhuisopnames – gedeeltelijk – zou kunnen vermijden of inkorten. An Reniers, lid van de werkgroep Kinderverpleegkundigen NETWERK VERPLEEGKUNDE, was als expert betrokken bij het onderzoek.

In België worden zieke kinderen, die gespecialiseerde zorg nodig hebben, bijna uitsluitend in het ziekenhuis behandeld. Een ziekenhuisopname is een stressvolle gebeurtenis voor een kind, dat weggehaald wordt uit de vertrouwde omgeving, maar ook voor ouders. In reactie hierop hebben sommige landen "transmurale zorg voor kinderen" ontwikkeld. Hierbij krijgen kinderen die normaal gesproken in het ziekenhuis zouden zijn behandeld nu zorg in de thuisomgeving. Het KCE stelt vast dat thuiszorg voor kinderen in ons land nog in de kinderschoenen staat. In 2020 verzorgden 5 pediatrische teams iets meer dan 1.000 kinderen. Dat is weinig in vergelijking met het buitenland.

Modellen voor transmurale zorg

Transmurale zorg zou niet alleen de kinderen ten goede kunnen komen, maar zou ook op piekmomenten de druk op pediatrische ziekenhuisafdelingen kunnen verlichten. De realisatie hiervan hangt af van de bereikbaarheid, organisatie en kwaliteit van de zorg voor kinderen in de eerste lijn. 

Volgens het KCE-rapport komen momenteel vooral kinderen die langdurig ziek zijn, herhaaldelijk behandeld moeten worden of palliatieve zorg krijgen, in aanmerking voor transmurale zorg. Dit is  één model van transmurale zorg. Een andere mogelijkheid is om in België de ‘pediatrische liaisonteams’ uit te breiden, een ziekenhuisgeoriënteerd model vergelijkbaar met Frankrijk en Australië. Het ‘Nederlandse’ model, met de zorgcoördinatie in handen van de thuiszorgactor, zou nog een alternatief kunnen zijn. Momenteel is er in een Belgische context nog onzekerheid of er voldoende pediatrische deskundigheid beschikbaar is in de thuiszorg. Adequate financieringsmodellen en financiële stimulansen zullen nodig zijn om de invoering van transmurale zorg aan te moedigen. Proefprojecten moeten het mogelijk maken de verschillende modellen van organisatie en financiering te evalueren.