Dementievriendelijk zwemmen
In deze rubriek presenteren bachelor- en masterstudenten hun eindproef.  Ook meedoen?  Mail je proef naar info@nvkvv.be
Nursing oktober 2017





Tekst Saskia Soete (39)
Afgestudeerd: 2017, Thomas More Mechelen, bachelor verpleegkunde.
Werkt nu bij: het Wit-Gele Kruis, afdeling Haacht.

Geleerd van de proef: ‘Het belang van een goede samenwerking tussen professionals onderling en met mantelzorgers. Dit zie ik terugkomen in mijn huidige job. Tijdens het zwemmen moet je met veel aspecten rekening houden om het veiligheidsgevoel te beschermen. Sommige mensen met dementie kunnen plots angstig reageren en velen zijn lang niet meer in een zwembad geweest. Ook het vinden van geschikte vrijwilligers was een uitdaging. Zonder hen is het niet mogelijk om de activiteit uit te bouwen.’

Context
Uit de literatuur blijkt dat zwemmen een gunstig effect heeft op de levenskwaliteit van personen met dementie. Naast fysieke voordelen ervaren zij minder eenzaamheid en krijgen ze opnieuw connectie met hun omgeving. Het organiseren en veilig laten verlopen brengt heel wat praktische aandachtspunten met zich mee. De nood aan een persoonlijke begeleider die op de hoogte is van individuele aandachtspunten wordt onderstreept. Er is een tekort aan onderzoek om deze begeleiders te ondersteunen en op te leiden.
Deze bachelorproef had als doel te bekijken op welke manier verpleegkundigen buddy’s kunnen opleiden, om een één-op-één-begeleiding te garanderen tijdens dementievriendelijk zwemmen.

Methode
Na literatuurstudie werd een samenwerking opgezet tussen een Vlaamse gemeente, een openbaar zwembad en vijf nabij gelegen woonzorgcentra. Zowel mantelzorgers als andere vrijwilligers kwamen in aanmerking voor de rol van buddy. Naast het oplijsten van aandachtspunten, voorziet deze proef in een leidraad voor anderen die een dergelijke activiteit willen opstarten.

Resultaten
Bij aanvang van het project had elke deelnemer een vertrouwde begeleider die zich engageerde voor de zwemactiviteit. Na verloop van tijd werden ook onbekende vrijwilligers aangetrokken en gekoppeld aan een deelnemer. Er was een ‘doelgroepenzwembad’ beschikbaar, met een verstelbare bodem en een lift. De ervaringen van de wekelijkse zwemsessies werden gebundeld in een informatiebrochure voor buddy’s. Deze brochure vormt, samen met mondelinge educatie door verpleegkundigen, een basis voor een kwaliteitsvolle begeleiding. Door een combinatie van één-opéénbegeleiding en groepsactiviteiten kan elke deelnemer zoveel mogelijk positieve effecten ervaren, ongeacht de vorm van dementie. Een goede voorbereiding is noodzakelijk, samen met aanwezigheid van een verpleegkundige die ieders gezondheidstoestand kent en kan ingrijpen indien nodig. 

Conclusie
Na verloop van tijd ontwikkelde zich vanuit een heterogene groep deelnemers een homogene groep ‘zwemmers’. Er was een duidelijke verbondenheid tussen deelnemers en buddy’s, en tegelijk ontwikkelde zich een groepsgevoel. Op termijn zal bekeken worden of er naast deze onmiddellijke positieve gevolgen ook langdurige voordelen zijn, zoals het langer behouden van ADL-vaardigheden. 

Vervolg
De opleiding verpleegkunde van Th omas More Mechelen wil op de bevindingen van deze proef verder bouwen door studenten verpleegkunde mee op te leiden en in te zetten als buddy’s voor het begeleiden van deze zwemactiviteit.
 
Noot
  1. Soete S. Dementievriendelijk zwemmen. Bachelorproef opleiding verpleegkunde Thomas More Mechelen 2016-2017.