Wil je meer lezen?
Om dit artikel te lezen heeft u niet voldoende rechten.
Log in met uw account of word lid van NVKVV.
Geactualiseerde opleidingsvereisten VVAZ Europa
Waarom is dit noodzakelijk?
In het Publicatieblad van de Europese Unie verscheen op 31 mei 2024 de gedelegeerde richtlijn 2024/782 van de Europese Commissie van 4 maart 2024. Gedelegeerde richtlijnen worden aangewend ter aanvulling en uitwerking van eerder vastgestelde kaderwetgeving (dit zijn de grote regelgevende lijnen). Hier wil men de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad die de minimumopleidingseisen voor een aantal gezondheidszorgberoepen regelt gaan aanpassen. Het gaat om verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, beoefenaars van de tandheelkunde en apothekers.
Vraag tot aanpassing Richtlijn 2005/36/EG
Binnen de Europese Unie zijn er al geharmoniseerde minimumopleidingseisen voor de hogervermelde zorgberoepen. Deze werden geregeld in Richtlijn 2005/36/EG. Deze richtlijn werd tot op zekere hoogte herzien door Richtlijn 2013/55/EU, maar hierbij werden er geen substantiële wijzigingen aangebracht in de studieprogramma’s of in de lijst van kennis en bekwaamheden die tijdens de opleiding worden verworven. Dit terwijl nationale autoriteiten, academische instellingen en beroepsorganisaties in het kader van deze wijziging aangaven dat sinds de harmonisatie van de minimumopleidingseisen de beroepen zich aanzienlijk hadden ontwikkeld.
Drie studies werden hiervoor uitgevoerd
Voor het onderzoek werden op het niveau van de Unie evenals op nationaal niveau gegevens verzameld via deskresearch en gerichte contacteren van belanghebbenden. Men wou verschillende ontwikkelingen van de opleidingseisen op nationaal niveau onder de loep nemen:
- Ten eerste de wetenschappelijke en technische vooruitgang op het gebied van de beroepen die het voorwerp uitmaken van deze richtlijn, waaronder de VVAZ en
- Ten tweede de opleidingsprogramma’s en kennis en vaardigheden die verder gaan dan de minimumopleidingseisen die we terug vinden in richtlijn 2005/36/EG. Deze zaken kunnen immers een aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang weerspiegelen.
Tijdens de uitgevoerde studies vond een vergelijkende beoordeling van de verzamelde gegevens plaats waarbij het zwaartepunt lag op de ontwikkelingen en overeenstemmende opleidingseisen in alle lidstaten van de EU en de Europese Vrijhandelsassociatie. Hierbij werd gekeken naar de algemeen erkende wetenschappelijke en technische vooruitgang. Belanghebbenden kregen de mogelijkheid om feedback te geven op de resultaten van de studies en dit werd meegenomen bij het opstellen van de conclusies. Er werd voorgesteld om de minimale opleidingseisen van Richtlijn 2005/36/EG bij te werken op het gebied van kennis en bekwaamheden.
Wat stelde men vast in de studie over de VVAZ?
Volgende zaken waren voor hen niet of onvoldoende aanwezig in de minimumvereisten van Richtlijn 2005/36/EG:
- Persoonsgerichte zorgtheorie,
- Managementtheorie toegepast op verpleegkunde,
- Empirisch onderbouwde praktijken,
- E-gezondheid
- Technische innovaties op het gebied van gezondheidszorg en verpleegmethoden.