VBOV roept op tot betere financiering vroedkundigen

De Vlaamse en Franstalige beroepsorganisaties van vroedvrouwen waarschuwen voor een acute crisis in de perinatale zorg. Uit een recente bevraging bij geconventioneerde vroedvrouwen blijkt dat de helft van de zelfstandige, geconventioneerde vroedvrouwen overweegt hun activiteiten stop te zetten als de financiering niet verbetert. De organisaties dringen erop aan dat de overheid deze signalen serieus neemt om verdere achteruitgang in de perinatale zorg te voorkomen.

Vroedvrouwen spelen een sleutelrol in de begeleiding van gezinnen tijdens de zwangerschap, de geboorte en de postnatale periode. Toch worden ze geconfronteerd met een structurele onderfinanciering. Ze verdienen doorgaans iets minder dan 40 euro per uur, worden niet extra vergoed voor weekendprestaties na dag 5 na de bevalling, en kunnen geen extra zorgen aanrekenen voor de baby als tweede rechthebbende.

Een voorstel voor de toekenning van extra budgetten werd in de lopende onderhandelingen van tafel geveegd. Ook d voor 2024 beloofde budgetten werden nog niet toegekend. Vanaf 2025 verdwijnt ook de conventiepremie. Tijdens de lopende onderhandelingen met de organen van het RIZIV stemden de vroedvrouwen dan ook als enige zorgberoep tegen de voorgestelde begroting.

Waarom is dit belangrijk?

De overheid schuift de factuur van de vroedvrouwenzorg steeds meer door naar de ouders, met ingrijpende gevolgen voor jonge gezinnen. De impact van een mogelijke deconventionering is aanzienlijk, vooral voor kwetsbare gezinnen die niet in staat zijn om de extra kosten te betalen en daardoor geen toegang meer hebben tot kwaliteitsvolle vroedvrouwenzorg.

Het is nu aan de regering om gehoor te geven aan deze noodkreet. Op 21 oktober spreekt de Algemene Raad van het RIZIV zich definitief over het lot van de vroedvrouwen. “De uitkomst van deze beslissing zal de toekomst van de vroedvrouwenzorg bepalen. Zonder eerlijke financiering zal de uitstroom van vroedvrouwen escaleren en deconventionering zal de norm worden, wat een catastrofe zou zijn voor de toegankelijkheid van de geboortezorg”, klinkt het bij de beroepsorganisaties.