Bezorgdheid herziene opleiding radioprotectie
Stage mammografie voor connexe diensten
Namens de werkgroep Medische Beeldvorming van de beroepsorganisatie NETWERK VERPLEEGKUNDE, schrijf ik u met betrekking tot de recent herziene opleiding radioprotectie.
Recent hebben wij, naar aanleiding van de nieuwe structuur van de opleiding, verdeeld in modules met telkens een theoretisch deel en een praktisch stagedeel, diverse gesprekken gevoerd met de hogescholen die deze opleidingen zullen organiseren.
De werkgroep Medische Beeldvorming staat positief tegenover de herziening en ziet een absolute meerwaarde in de versterkte focus op (interne) praktijk en stage. Voor radiologieafdelingen zal deze uitbreiding naar verwachting weinig problemen opleveren, aangezien zij doorgaans beschikken over alle modaliteiten die in de opleiding en stage voorzien zijn.
Onze bezorgdheid situeert zich echter specifiek bij de implementatie van de stageverplichtingen voor verpleegkundigen werkzaam op connexe diensten, met name wat betreft de stage op mammografie. Uit onze gesprekken met de hogescholen blijkt dat zij de tekst van het FANC hieromtrent vrij letterlijk interpreteren en sterk inzetten op een praktische stage van bijvoorbeeld één week op een mammografie-afdeling voor alle cursisten.
De werkgroep maakt zich hierover zorgen om verschillende redenen:
- Praktische haalbaarheid: Het verplichten van een volledige week stage op mammografie voor de grote groep verpleegkundigen uit aanverwante diensten lijkt ons praktisch bijzonder moeilijk te organiseren.
- Toegevoegde waarde: Wij trekken in twijfel of zo’n intensieve stage op mammografie een significante toegevoegde waarde biedt voor verpleegkundigen die niet primair op een radiologie of mammografie-eenheid werken.
- Patiëntperspectief: Ook vanuit het oogpunt van de patiëntenzorg en -beleving op de mammografieafdelingen zelf, lijkt een continue instroom van stagiairs die niet specifiek voor deze discipline kiezen, niet wenselijk.
Graag vernemen wij hoe het FANC deze interpretatie en onze bezorgdheden ziet, en of er eventueel ruimte is voor een meer gedifferentieerde aanpak voor connexe diensten wat betreft de stageverplichtingen voor mammografie.